Een zaadje
komt terecht op
een mooie bodem,
genoeg vocht
een beetje ruimte
het groeit en groeit
en alles is goed.
Het (inmiddels) twijgje weet dat
het een boom zal worden
groot
en elk jaar opnieuw
in bloei
Een hert heeft honger
het twijgje verdwijnt.
Een ander zaadje
valt op droge grond
veel steen, weinig water
Er is weinig kans
Het graaft en graaft
naar een beetje vocht.
Het groeit
zover het kan
en dat is niet veel
Het wordt niet zo groot
maar leeft wel lang
en een paar keer
komt het tot bloei
De inzet is hetzelfde
de kansen zijn anders
niemand die weet wat het wordt
Als je van het streven naar bloei
je doel maakt
dan kun je onmiddellijk je doel bereiken
streven naar bloei kan nu
wat er dan ook uit komt.
(In het kader van de Schrijversplatform Arnhem avond over Bloei , 24 mei 2012)
Add comment